Lissabon, Midden-Portugal

Dit is misschien wel de meest sfeervolle wijk van Lissabon. Alfama is een oude arbeiderswijk in het hart van de Portugese hoofdstad. De wijk zelf is de grootste bezienswaardigheid dus ga deze vooral te voet ontdekken. Slenter door smalle, steile straatjes. Daarbij kom je niet alleen fotogenieke huizen en (soms doodlopende) pleintjes tegen, maar ook leuke winkeltjes en gezellige, kleine cafés. Zoek in de avond een afgelegen restaurantje op om tijdens naar traditionele fado muziek te luisteren, waar deze wijk om bekend staat.

Overdag loop je langs hippe, vintage winkeltjes, ateliers en kunstgalerieën, toch komt Bairro Alto 's avonds helemaal tot leven. Dit is namelijk dé uitgaansbuurt van Lissabon. Zodra het donker wordt, is het hier een gezellige verzameling van restaurants en barretjes. Wie na het diner graag wil dansen of luisteren naar traditionele fadomuziek, is in Bairro Alto ook aan het goede adres.

Wie in de oude visserswijk Belém langs de rivier de Taag gaat wandelen, komt al snel deze toren aan het water tegen. De toren van Belém werd in 1515 als verdedigingswerk gebouwd. Vandaag de dag kun je naar de 35 meter hoge top klimmen. Struin zeker verder rond in de wijk Belém om meer oude gebouwen te bewonderen en het zoete gebakje Pastéis de nata te proeven dat hier oorspronkelijk vandaan komt. Hoewel het recept geheim is, kun je deze Portugese lekkernij op veel plekken in de stad bestellen.

Om te vieren dat ontdekkingsreiziger Vasco da Gama in 1498 een zeeroute naar India had ontdekt, werd dit indrukwekkende en enorme klooster in de wijk Belém gebouwd. Het staat symbool voor de rijkdom en macht die Portugal had in deze tijd van de ontdekkingsreizigers en dat straalt ook zeker van het gebouw af. Omdat het klooster zowel van binnen als buiten prachtig versierd is, werd het door Unesco uitgeroepen tot Werelderfgoed. Veel details in de architectuur van het gebouw verwijzen naar de zee en scheepvaart. Neem rustig de tijd om dit gebouw met alle prachtige versieringen in je op te nemen.

Omdat Lissabon op zeven heuvels is gebouwd, heeft de stad veel prachtige uitzichtpunten. In het Portugees heten ze miradouros, wat gouden blik betekent. Bezoek er zeker een aantal, want elk uitzichtpunt geeft weer een andere blik op de stad. De Miradouro da Nossa Senhora do Monte is het hoogstgelegen uitzichtpunt van Lissabon en een absolute must-see. Bij de Miradouro das Portas do Sol kijk je uit over de oranje daken van de wijk Alfama en bij Miradouro São Pedro de Alcantara zie je zowel het historische als het moderne deel van Lissabon.

Wanneer je in Lissabon bent, moet je zeker een ritje maken met de historische tram, die je overal af en aan ziet rijden. Een ritje in zo’n tram is niet alleen een authentieke manier om Lissabon te zien, maar ook nog eens erg handig. Lissabon is namelijk op diverse heuvels gebouwd, waardoor de straten best steil zijn. Omdat de trams behoorlijk rammelen, is een ritje niet altijd comfortabel. Wie echter plaats neemt in Tram 28, krijgt daar wel een stadstoer door Lissabon voor terug. Deze tramlijn komt namelijk langs een aantal belangrijke bezienswaardigheden in de stad. Een volledig rondje met deze tram duurt 50 minuten.

Dit kasteel is gebouwd op de hoogste heuvel van Lissabon (110 meter hoog). Het is dus geen verrassing dat je vanaf hier een fantastisch uitzicht over de stad hebt. Vanaf het kasteel zie je de verschillende wijken van Lissabon en de rivier de Taag. Een deel van het kasteel van São Jorge gaat terug tot de zesde eeuw voor Christus. In de loop der eeuwen werd het diverse keren belaagd, veroverd, verbouwd en uitgebreid. In de vorige eeuw is het volledig gerenoveerd. In het kasteel zit een museum.

Tijdens een rondreis door Portugal, mag je de traditionele Fadomuziek eigenlijk niet missen. Fado is het Portugese levenslied en de bekendste muzieksoort van het land. De teksten hebben meestal een treurige ondertoon en worden vol passie uitgedragen. Overal in Lissabon zijn restaurants te vinden waar je een hapje en drankje kunt combineren met het luisteren naar deze bijzondere muziek. Vooral de wijken Alfama en Bairro Alto hebben veel restaurants waar Fado wordt gespeeld.

Overal in Portugal zie je prachtige tegeltjes. Ze worden gebruikt om de binnen- en buitenmuren van huizen, kerken en paleizen te versieren en zijn ontzettend fotogeniek. Ook in het historische centrum van Lissabon kun je ze vinden. Lissabon heeft zelfs een museum dat volledig gewijd is aan dit stukje Portugese trots: het nationaal museum van de Azulejos. Hier leer je meer over de geschiedenis van de siertegels en kun je er zelf een groot aantal bewonderen. Het museum zit in een prachtig klooster, dat zelf uiteraard ook met Azulejos is versierd.

Een van de grootste en bekendste pleinen van Lissabon. Aan de ene kant van het plein ligt de rivier de Taag en aan de andere kant een lange winkelstraat. De publiekstrekker van het imposante plein is de Arco de Rua Augusta, een gigantische triomfboog.

Deze lift van 45 meter hoog is een wel heel opvallende bezienswaardigheid in Lissabon. Het eerste dat de aandacht trekt, is de smeedijzeren constructie en vorm. Het werd gebouwd door een leerling van Gustav Eifel, de bouwer van de Eiffeltoren en heeft een uniek uiterlijk. De Santa Justa-lift overbrugt het hoogteverschil tussen de wijken Baixa en Chiado. De lift maakt als sinds 1902 onderdeel uit van het openbaar vervoersysteem van Lissabon en is daardoor alleen tegen betaling te gebruiken.

Het Oceanário de Lisboa is een van de grootste aquaria ter wereld. Hier kun je meer dan 500 soorten vissen en zeedieren zien, waaronder haaien, pinguïns, roggen, papegaaiduikers en kwallen. Behalve de grootte staat het aquarium van Lissabon ook bekend om hoe mooi de verschillende leefgebieden zijn nagemaakt.

Voetbalfanaten komen ook niks tekort in Lissabon. De hoofdstad is namelijk het thuis van zowel Sporting Lissabon als Benfica. Beide clubs behoren standaard tot de top van het Portugese voetbal. Zowel het stadion van Benfica (Estádio da Luz) als het stadion van Sporting Lissabon (Estádio José Alvalade) zijn te bezoeken. Neem een rondleiding en koop het shirtje van je favoriete speler.

Onder de rode brug van Lissabon ligt een bijzonder industrieel terrein. Bij LX-Factory vind je een ratjetoe aan kunst, winkeltjes en heerlijke restaurants. Hier mengen de hippe locals zich met de toeristen voor een hapje en een drankje. Niet alleen binnen de panden op dit industriële terrein is leuk rondslenteren, ook buiten is het een kleurrijke bedoening door alle street-art. Hou de agenda in de gaten voor evenementen en elke zondag wordt een markt gehouden.

Wil je het meest westelijke punt van het Europese vasteland zien? Rijd dan naar Cabo da Roca, dat op 42 kilometer van Lissabon in het natuurpark Sintra-Cascais ligt. Vanaf de enorme kliffen kijk je uit over de zee, die zo’n 150 meter lager ligt. Ooit stond hier een fort ter verdediging van Portugal en nu kun je er mooie wandelingen maken. De vuurtoren bij het uitkijkpunt stamt al uit 1772. Het kan hier flink waaien, maar het uitzicht maakt alles goed. Je kunt hier ook prachtige zonsondergangen meemaken.

Er is nog veel meer moois in natuurpark Sintra-Cascais te zien. Vanuit het plaatsje Sintra, dat middenin het park ligt, kan je verschillende interessante kastelen en paleizen bezoeken. Deze hebben allemaal een (compleet) andere bouwstijl. Zo is er het enorm kleurrijke, fantasie-achtige Pena paleis dat op een heuvel staat. Het paleis de Monserrate zou zo uit de Aladdin film kunnen komen en er is een kasteelruïne die nog stamt uit de tijd dat de Moren dit gebied overheersten. De combinatie van bijzondere kastelen en de omringende tuinen maakt het kleine stadje Sintra enorm fotogeniek. Het staat dan ook op de Werelderfgoedlijst van Unesco.

Dit paleis nabij Sintra is zo indrukwekkend en sprookjesachtig dat het apart vermeld mag worden. Het werd gebouwd door een miljonair, die hiermee niet alleen zijn rijkdom, maar ook zijn fascinatie voor mythologie wilde tonen. Het paleis, waarvan de naam in het Portugees ‘paleis van de miljoenen’ betekent, is een architectonisch kunstwerkje. Het complex heeft versierde gevels, ondergrondse crypten, tunnels en een bijzondere put. Via een wenteltrap kun je afdalen in deze put, die daarom ook wel ‘de omgekeerde toren’ wordt genoemd. Om het kasteel ligt een grote en weelderige tuin, waar je makkelijk uren kunt rondwandelen. Kom het met eigen ogen bekijken en het zal je zeker verrassen.