Parque Natural de las Sierras Subbéticas, Andalusië

Als je een monumentale stad aan de rand van het natuurpark wilt bezoeken, is Priego de Córdoba een goede keuze. De witte huisjes, met hun karakteristieke balkons en bloembakken hebben een typisch Moorse uitstraling. Wandel door de kronkelende straatjes, bekijk een van de verschillende kerken of ga op bezoek bij het oude Moorse Fort. De zestiende-eeuwse La Asunción parochiekerk is een barokmeesterwerk. Rondom het centrum zijn diverse tuinen aangelegd, die de verschillende ecologische systemen van Andalusië nabootsen. Het stadje heeft met haar fonteinen en perkjes sowieso een erg gezellige uitstraling en kan een fijne rustplek zijn tijdens je bezoek aan het natuurpark.

Gelegen op zo’n vijftien kilometer vanaf Priego de Córdoba, en in de buurt van Cabra en Lucena, ligt het Santa Rita bezoekerscentrum. Hier kun je alles ontdekken over het bijzondere landschap en de flora en fauna van het natuurpark. Niet alleen in een interessante tentoonstelling zul je veel leren, maar ook in de botanische tuin La Trufa die naast het bezoekerscentrum ligt kom je veel te weten. Neem de tijd en bestudeer de bijzondere flora en fauna van het gebied. Daarnaast kan het bezoekerscentrum je helpen bij het verder plannen van je bezoek aan Parque Natural de las Sierras Subbéticas.

Een andere interessante plaats om te bezoeken is Lucena. Deze karakteristieke stad staat bekend om de olijfolie en wijn. In het historische Castillo del Moral is een toeristencentrum gevestigd. Ook kun je hier een intrigerend museum bezoeken en worden er regelmatig evenementen georganiseerd. Bezoek als je hier bent ook zeker de San Mateo parochiekerk, die naast het Castillo del Moral ligt. Deze kerk wordt gezien als het belangrijkste religieuze bouwwerk van de stad. Op een heuvel zo’n kwartier ten zuiden van Lucena ligt het Santuario de la Virgen de Araceli. Het schitterende kerkje is gewijd aan de beschermheilige van de stad. Vanaf de heuvel kun je bij helder weer een heel groot gedeelte van Andalusië zien. Lucena ligt ook aan de Via Verde de Subbética, waar je prachtig kunt wandelen en fietsen.

Wie in Parque Natural de las Sierras Subbéticas wil wandelen of fietsen moet zeker een bezoek brengen aan de Via Verde del Aceite. In heel Spanje liggen diverse van deze ‘Groene Wegen’. Dit zijn oude spoorwegen, die al heel lang niet meer in gebruik zijn. Ze zijn nu omgetoverd tot prachtige wegen door de mooiste gebieden. Gemotoriseerd verkeer mag hier niet komen en de paden lopen bijna nooit steil. De ideale weg dus voor het hele gezin. Het eerste gedeelte van de Via Verde del Aceite loopt tussen Jáen en Luque en is 36 kilometer lang. Dit gedeelte wordt ook wel de olijfolieroute genoemd en onderweg zul je dus ook veel olijfbomen tegenkomen. Daarna gaat dit traject naadloos over in het tweede deel van de weg, dat ook wel de Via Verde de Subbética wordt genoemd. 58 kilometer aan weg brengt je van Luque naar Lucena. Onderweg zie je de prachtigste witte dorpen, magnifieke landschappen, oude kastelen en een vogelreservaat. Je hoeft natuurlijk niet de gehele route af te leggen, maar kan ook prima zelf een deel van de route kiezen om te genieten van al het moois.

Vlakbij het plaatsje Zuheros, dat ook bereikbaar is via de Via Verde de Subbética, ligt het natuurmonument Cueva de los Murciélagos, de Grot van de Vleermuizen. Deze grot is een van de mooiste grottenformaties van het natuurpark. In een aantal ruimtes van het grottenstelsel wonen nog steeds veel vleermuizen, waar de grot haar naam aan te danken heeft. Tijdens een bezoek aan het museum loop je door een gedeelte van de grotten en ontdek je alles over het ontstaan en de geschiedenis van de plaats.

Door het natuurpark lopen heel wat mooie wandelroutes. Behalve de Via Verde, kun je bijvoorbeeld ook prachtige wandelingen maken vanaf het bezoekerscentrum Santa Rita. Wandel vanaf hier naar de bergtop Pico de la Cabrera. Het bezoekerscentrum kan je meer informatie verschaffen over de mooiste wandelingen in deze omgeving. Een andere optie om een berg te beklimmen is een wandeling naar de top van de Sierra Alta. Deze beklimming begint in het rustige dorpje Rute en is 7,5 kilometer lang. Je zult hier zo’n drie uur mee bezig zijn. Parkeer de auto langs de CO-8212 en begin de beklimming met een wandelroute door het bos. Als je uiteindelijk op de top aangekomen bent heb je een adembenemend uitzicht. Je kunt bij helder weer zelfs de Sierra Nevada zien liggen. Maar ook het Iznájar-stuwmeer en de andere gebergten in de omgeving zijn schitterend om te zien. Hoewel het een redelijk eenvoudige tocht is, is het wel aan te raden deze alleen bij mooi weer te ondernemen. Vooral het laatste stuk van de route is bij slecht zicht best wel gevaarlijk.