Füssen, Beieren

Neuschwanstein is het kasteel van koning Ludwig II en de bekendste bezienswaardigheid van Füssen. Net als zijn vader Maximiliaan II was hij erg gecharmeerd van de plek en besloot hij er zijn kasteel te laten bouwen. Hij wilde een ideaal creëren van een middeleeuws kasteel, uitgerust met de modernste technische prestaties. Tegenwoordig is het kasteel een enorme trekpleister voor bezoekers van over de hele wereld. Vanaf de Marienbrücke heb je een uniek uitzicht op het kasteel en de imposante Pöllatschlucht.

Ten westen van de stad ligt het Alatmeer. Het meer is de ideale bestemming voor wandelaars en natuurliefhebbers. ’s Zomers trekt het meer ook veel zwemmers. Het Alatmeer is de thuisbasis van een van de grootste zoetwaterpopulaties van paarse zwavelbacteriën ter wereld. Deze bacteriën zorgen voor een roze laag op ongeveer vijftien meter diepte. Boven deze laag is het water rijk aan zuurstof en heeft het een grote diversiteit aan flora en fauna. Volgens legendes leven er geesten in het meer en is het de plaats waar Hitlers goud begraven ligt, echter is er nog nooit een geest gezien of goud gevonden. Duiken in het meer is, misschien naar aanleiding van de legendes, niet toegestaan.

Aan de zuidkant van Füssen vind je de Lech-watervallen. Op deze plek ervaar je de wilde oorsprong van de bergrivier voordat hij getemd wordt door de dammen van het Forggensmeer. Al in de achttiende eeuw was de rivier op dit punt kunstmatig ingedamd om de waterkracht te gebruiken en zo energie op te wekken. Het water duikt twaalf meter de diepte in de Lech-kloof. In tegenstelling tot de stuw is de Lech-kloof van natuurlijke oorsprong. Aan het eind van de laatste ijstijd stroomde het gletsjermeer precies op dit punt in de uitlopers van de Alphen. Gedurende de jaren heeft het water de kloof in de rots uitgesleten.

Dit voormalig benedictijnenklooster in het centrum van Füssen is gesticht in de eerste helft van de negende eeuw en behoorde tot het prinsbisdom Augsburg. Het bestaan en de naamgeving dankt het klooster aan kluizenaar Magnus van Füssen, die ook wel Magnoald of Man genoemd werd. Hij overleed en zijn lichaam werd ongeschonden gevonden. Dit zag men destijds als bewijs van zijn heiligheid, waarna het klooster gesticht werd en naar Mang vernoemd werd. Rond het klooster ontstond een nederzetting die in de dertiende eeuw ommuurd werd. Het barokke ontwerp van het klooster komt van Johann Jakob Herkomer.

In het klooster Sankt Mang kun je ook het museum van de stad Füssen bezoeken. In het museum word je meegenomen in de wereld van de Beierse barok. Diverse ingerichte zalen geven een beeld van de vroegere welvaart van de benedictijnenabdij. Ook kun je er een aantal historische luiten en violen bekijken.

Het Ludwigs festivaltheater staat op een prachtige locatie aan de oevers van het Forggensmeer. Vanaf het terras en de foyers heb je uitzicht op kasteel Neuschwanstein en de prachtige bergen. Door de unieke locatie, bijzondere architectuur en hoogwaardige materialen kan het theater worden gerekend tot de mooiste theatergebouwen ter wereld. In het theater kun je onder andere de musicalvoorstelling Ludwig II bekijken, geïnspireerd op het leven van de Beierse koning.

Deze Heilig-Geist-Spitalkirche werd gebouwd in de gotische stijl in het midden van de vijftiende eeuw. In 1733 verwoestte een brand de kerk. Van 1748 tot 1749 herbouwde Franz Karl Fischer de kerk naar het voorbeeld van de franciscaner kloosterkerk van Dillingen. Vanuit het naastgelegen ziekenhuis kun je direct naar een balkon boven het koor van de kerk. Anton Joseph Walch schilderde de buitengevel in 1749 met kleurrijke rococo-fresco's.