Beitostølen, Innlandet

‘Het thuis van de reuzen’, dat betekent Jotunheimen in het Noors. Een zeer passende naam, want in dit natuurgebied staan de hoogste bergen van het land! De wandelingen naar de Galdhøppigen berg en over de bergkam Besseggen behoren tot de populairste van heel Noorwegen. Natuurliefhebbers zullen daarnaast genieten van de bijzonder gekleurde meren Gjende en Bessvatnet, terwijl liefhebbers van bergwegen hun hart kunnen ophalen op de panoramaweg Sognefjellet. Actievelingen kunnen behalve wandelen ook fietsen en raften op de Sjoarivier. Het plaatsje Beitostølen is één van de toegangspoorten tot nationaal park Jotunheimen.

Kun je nog wel wat tips gebruiken voor je bezoek aan nationaal park Jotunheimen? Loop dan even binnen bij het VVV-kantoor van Beitostølen, in het centrum van het plaatsje. Hier weten ze alles over de mooiste wandelingen in natuurgebied Jotunheimen. Ook kunnen ze tips geven voor de panoramaroute Valdresflye, die je met de auto kunt verkennen, en de wandelroutes die vlakbij Beitostølen beginnen.

Zo’n twee kilometer buiten het centrum van Beitostølen staat een kleine kapel. Van buiten ziet het gebouw er niet noemenswaardig uit, maar neem zeker even een kijkje binnen. Daar vind je namelijk een prachtig glas-in-loodraam, waar de kapel zijn naam aan dankt.

Om een mooie wandelroute te vinden hoef je niet ver buiten Beitostølen te zoeken. Op 11 kilometer van het plaatsje begint de tocht naar de Bitihorn. Vanuit Beitostølen gezien start de wandelroute vanaf de parkeerplaats op anderhalve kilometer vóór het meer van Bygdin. De route is 6,5 kilometer lang en duurt drie tot vier uur. Je overbrugt daarbij 550 hoogtemeters, tot het hoogste punt op 1.608 meter. Op de top zelf staat een grote (antenne-)toren, maar het uitzicht is werkelijk fantastisch. Je ziet vanaf hier de bergreuzen van nationaal park Jotunheimen, de berg Mugnetind en de regio Valdres.

Op een halfuur rijden van Beitostølen begint de prachtige wandeltocht naar de bergtop Mugnetind. Hier kun je in stilte genieten van uitgestrekte, verlaten stukken natuur. Vanaf de Mugnestølen parkeerplaats loop je eerst een hele tijd langs het stroompje Mugna. Dit stuk is makkelijk te lopen. Daarna begint de klim omhoog. Hoewel de Mugnetind maar 1.740 meter hoog is (700 hoogtemeters), kun je vanaf hier ontzettend ver kijken. Je ziet de bergen van Jotunheimen nationaal park, maar ook de regio Valdres. Overal om je heen zie je in het landschap meren liggen. Je herkent de bergtop aan een hoge stapel stenen. De route is 12 kilometer in totaal; zo’n vijf uur lopen.

Dit is een relatief korte en makkelijke wandelroute. In 1,5 tot 2,5 uur leg je bijna vijf kilometer af (retour). Je kunt parkeren bij Bygdinstøga, twaalf kilometer ten noorden van Beitostølen . Vanaf hier leidt een goed begaanbaar pad naar de top van de Synshorn berg op 1.475 meter hoogte (450 meter hoogteverschil). Je beloning bestaat uit uitzicht op de bergen van Jotunheimen nationaal park en de toppen van de bergen Raslet en Heimdalen. Je loopt dezelfde route terug naar beneden.

Ook in de zomer kun je in Noorwegen genieten van het gezelschap van husky’s. Dat kan bijvoorbeeld op de huskyboerderij in Beitostølen. Hoewel er ’s zomers natuurlijk geen sneeuw ligt waar je met een slee doorheen kunt racen, kun je wél een rit maken met een kar op wielen. Je zult ongetwijfeld genieten van een ontmoeting met de husky’s, die heel graag voor je ‘werken’ en de kar vol enthousiasme voorttrekken. De ‘musher’ vertelt je graag meer over deze bijzondere dieren en leert je hoe de husky’s voor de kar gespannen moeten worden.

Het skigebied van Beitostølen ligt aan de voet van het Nationaal Park Jotunheimen. Hou je van langlaufen of suis je liever van één van de skipistes af of meer zin in een snowboarduitdaging in een funpark? Voor elk type wintersportliefhebber biedt het kleine traditionele dorpje een grote keus aan winteractiviteiten.

Even ten noorden van Beitostølen ligt Garli. Dit is het startpunt van de panoramaroute Valdresflye, op wegenkaarten aangeduid met nummer 51. De route is 49 kilometer lang en loopt tot aan Hindsæter, met een kleine uitstap naar Gjende. De panoramaweg loopt dwars door het uitgestrekte landschap van nationaal park Jotunheimen – mooie uitzichten en natuur zie je hier dus gegarandeerd! Houd je ogen echter wel op de weg, want de route staat bekend om overstekende rendieren. Zorg er daarnaast voor dat je, voordat je deze weg op gaat, getankt hebt in Beitostølen. Hier kun je ook inkopen doen, om langs een van de uitzichtpunten te picknicken.

Ten zuiden van Beitostølen ligt de regio Valdres. Hier kun je meer leren over de geschiedenis en tradities van Noorwegen. Een uitstekende plek hiervoor is het Valdres openluchtmuseum, op een halfuur rijden van Beitostølen. Een wandeling langs bijna 100 historische gebouwen, gevuld met duizenden voorwerpen, neemt je mee terug in de tijd van het oude Noorwegen.

Op een halfuur rijden van Beitostølen, aan het mooie Slidefjord, ligt het plaatsje Lomen. De grootste trekpleister is hier de staafkerk, die nog tot 1914 in gebruik was.

Op vijftien kilometer van Beitostølen staat de staafkerk van Hegge uit de dertiende eeuw. Bovenaan de staven bij het plafond van de kerk zijn maskers uitgehouwen. Deze staan waarschijnlijk symbool voor goden uit de Noorse mythologie, zoals de oppergod Odin.