Catania, Sicilië

Het domplein van Catania staat ook op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Zoals de naam al doet vermoeden staat hier de Sant’Agata-kathedraal. Het plein zelf heeft meerdere bezienswaardigheden. Als eerste de opvallende olifantenfontein. Deze olifant, uit de Romeinse tijd, is gemaakt van zwarte lavasteen. Op zijn rug balanceert een indrukwekkende Egyptische obelisk. Deze zou magische krachten bezitten en beschermt de stad tegen het explosieve karakter van de Etna. De andere fontein op het plein is de Fontana dell’Amenano, bij de ingang van de vismarkt. Deze is een ode aan de rivier Amenano. Toen deze nog bovengronds stroomde, stichtten de Grieken de stad Catania op de oevers.

Op het Piazza del Duomo staat de imposante kathedraal: Cattedrale di Sant'Agate. De huidige kerk is in Siciliaanse, barokke stijl gebouwd, nadat eerdere versies verwoest werden door uitbarstingen van de Etna en aardbevingen. De klokkentoren, koepel en de Sint-Agathakapel zijn de mooiste bezienswaardigheden. In de kathedraal kun je het graf van de beroemde componist Vincenzo Bellini bezoeken. Hij werd in Catania geboren en is na zijn overlijden in de kathedraal begraven.

Aan de oostkant van de stad staat het belangrijkste paleis van Catania. Deze wordt gezien als het mooiste voorbeeld van de Catanese, barokke architectuur. Na de aardbeving van 1693 werd het paleis in 1700 herbouwd door Ignazio Paternò Castelo III, de vijfde prins van Biscari. Hij was een geleerde, archeoloog en kunstliefhebber. Hij maakte het paleis niet alleen tot zijn thuis, maar ook tot een groot museum met een archeologische collectie, die voor iedereen toegankelijk is. Het paleis is rijkelijk gedecoreerd met een feestzaal in rococostijl, bijzonder stucwerk, fresco’s, grote schilderijen, marmeren vloeren en houtsnijwerken.

Van maandag tot en met zaterdag vindt achter de kathedraal van Catania een groot spektakel plaats. Hier staat de deels overdekte vismarkt (La Pescheria). Onder de grote rood-witte luifels en op marmeren toonbanken worden vis, maar ook vlees en fruit, verkocht. De schreeuwende marktmannen en kraampjes met allerlei lekkers maken dit tot een karakteristieke plek in de stad. Hier kun je jezelf volledig onderdompelen in deze lokale cultuur.

Dit klooster werd oorspronkelijk gebouwd in 1355, maar aan het begin van de achttiende eeuw herbouwd. Sindsdien is het een symbool van Catania geworden. Je herkent het klooster aan de opvallende boog op de straat Via Crociferi. Deze boog verbindt de grote abdij met de kleine abdij. Verhaal gaat dat deze boog in slechts één nacht gebouwd werd. Het klooster is bewoond, maar het museum is toegankelijk voor publiek. Het laat de archeologische vondsten van een Romeinse domus zien. Deze werd gevonden in de kelder van het klooster en de San Benedettokerk. De imposante trap, wordt ook wel de Trap der Engelen genoemd. In de kleine abdij is het museum voor moderne kunst gevestigd.

Op loopafstand van de kathedraal ligt het klooster San Nicolò l’Arena. Het is één van de grootste benedictijnse gebouwen in Europa en is gebouwd in de typische, laat-Siciliaanse barokstijl. Het gebouw stamt oorspronkelijk uit 1500, maar heeft door de jaren heen diverse transformaties ondergaan. Tegenwoordig staat het op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Het klooster vertelt over de menselijke en historische gebeurtenissen van de stad aan de voet van de Etna, van de oudheid tot nu.

De Etna heeft Catania meermaals overspoeld met lavastromen, waardoor de geschiedenis van de stad niet altijd aan de oppervlakte zichtbaar is. Ondergronds staat je echter een grote verrassing te wachten. Op veel plekken in de stad kun je de verborgen geschiedenis van Catania ontdekken. In de ondergrondse kelders en gangen gaan thermaalbaden schuil, maar ook de rivier Amenano. Dit is ook de plek waar liefdesaffaires tussen nonnen en broeders zich afspeelden en waar struikrovers zich schuilhielden.

Ten westen van het Piazza del Duomo vind je de bijzondere overblijfselen van een theater uit de tweede eeuw. Er heeft wellicht eerst een Grieks theater gestaan, maar de restanten, die nu nog zichtbaar zijn, stammen uit de Romeinse tijd. Het theater is gebouwd met lavasteen en had vroeger een marmeren aankleding. Dit marmer werd later verwijderd en gebruikt in de kathedraal van Catania. Het theater ligt tussen de huizen en gebouwen in de stad, maar het grootste gedeelte ligt ondergronds. Je kunt een deel van het theater bekijken en door de gangen en over de trappetjes lopen.

Rond het jaar 1240 gaf Frederik II opdracht om het Castello Ursino te bouwen, zodat de oostkust van Sicilië beter beschermd kon worden. Architect Riccardi maakte het ontwerp. Na een uitbarsting van de Etna in 1669 werd een deel van het kasteel werd overspoeld met lava. Dit veranderde het landschap rondom het kasteel ingrijpend. In het kasteel is nu het Museo Civico gevestigd. Dit museum bevat collecties uit het benedictijnenklooster, een collectie met items van de prins van Biscari en een aantal vondsten die door baron Zappalà Asmundo aan het museum werd geschonken.

De kerk van Badia di Sant’Agata is een typisch voorbeeld van de Siciliaanse barok. De kerk werd gebouwd in de achttiende eeuw naar een ontwerp van Giovanni Battista Vaccarini. Toen hij overleed nam Nicolò Daniele zijn taak over en maakte de kerk af. Hij voegde ook een aantal eigen elementen toe, waaronder de indrukwekkende marmeren vloer en altaren. Vanuit de koepel van de kerk heb je een panoramisch uitzicht over de stad, met de Etna in de verte.

Dit theater werd speciaal gebouwd voor componist Vincenzo Bellini, die in Catania geboren is. In 1890 opende hij het met een uitvoering van de opera Norma. Het theater is rijk versierd met marmer en beschilderde plafonds. Schilder Ernesto Bellandi schilderde hier scènes uit vier van Bellini’s bekendste opera’s. Van dinsdag tot en met zaterdag kun je hier een rondleiding krijgen. Misschien heb je zelfs geluk dat je een optreden kunt bijwonen, het hele jaar door worden hier verschillende evenementen en concerten gehouden.

De Via Etnea is de belangrijkste winkelstraat van de stad. Je ziet direct waar de straat zijn naam aan te danken heeft: op heldere dagen zie je vanaf hier namelijk de Etna liggen. Via Etnea loopt vanaf het Piazza del Duomo tot aan de uitlopers van de vulkaan. Aan weerszijden staan talloze winkels, terrasjes en restaurants. Aan de zuidkant van de straat vind je het Piazza dell’Università, waar je ook heerlijk op een terras kunt plaatsnemen. Aan dit plein staat ook het Palazzo dell’Università, waar de universiteit gevestigd is. Het gebouw werd, net als het Palazzo Sangiuliano dat op hetzelfde pleinstaat, ontworpen door Vaccarini.

Wie aan Sicilië denkt, denkt aan de Etna. Deze ruim 3.300 meter hoge actieve vulkaan laat vaak kleine uitbarstingen zien, maar een grote uitbarsting is zeldzaam. De laatste was in de winter van 2008/2009. Over het algemeen kun je de vulkaan dus veilig beklimmen en met de indrukwekkende zichtbare lavastromen in het landschap is dat zeker de moeite waard. Er zijn diverse manieren om de vulkaan te bereiken. Zo kun je omhoog rijden met jeeps, is er een kabelbaan en zijn er uiteraard diverse wandelroutes, die je naar het observatorium brengen dat op 3000 meter hoogte ligt. De hoger gelegen delen kun je enkel met een gids bereiken.