Jaén, Andalusië

Alles in en om Jaén staat in het teken van de immense hoeveelheid olijfbomen. Ongeveer twintig procent van alle olijven komt hier vandaan. Om die reden is er een heus olijftoerisme ontstaan, waarbij je met ‘olijventours’ langs bijvoorbeeld tapasbars, restaurants en musea gaat. Je proeft hier niet alleen van deze lekkernijen, maar leert er ook alles over. Er zijn zelfs olijfoliespa’s in Jaén.

Dit kasteel staat bovenop de berg Cerro de Santa Catalina en torent boven de stad uit. Het werd gebouwd in de achtste eeuw door de Moren. Nu is het kasteel helaas wat vervallen, maar het is nog steeds een bezoek waard. Bovendien is het uitzicht daarboven onbeschrijflijk mooi, met een weids uitzicht over de olijfgaarden. Aan het kasteel bouwde men een parador, een luxueus staatshotel.

Deze bezienswaardigheid mag je niet overslaan in Jaén. Met de bouw van deze enorme kathedraal in renaissancestijl startte men in 1249, maar pas eeuwen later was hij af. De kathedraal van Jaén is gigantisch groot en imposant, het gebouw domineert het oude stadscentrum. Hij wordt geflankeerd door twee torens die bijna 62 meter hoog zijn. Ook het interieur is erg fraai. Men bewaart in de kathedraal het Heilige Doek, waarvan wordt beweerd dat het hoofd van Christus ermee werd schoongemaakt.

In het Provinciaal Museum in Jaén bewonder je (hedendaagse) kunst, waaronder een collectie van meer dan duizend gravures. In het Iberisch Museum, de enige in zijn soort, kun je gebruiksvoorwerpen uit de tijd van de Iberische stammen bekijken.

Begin twintigste eeuw ontdekte men in Jaén, onder een paleis uit de zestiende eeuw, Arabische baden. Ze bleken te dateren uit de elfde eeuw en waren nog vrijwel intact. Omdat ze zo goed bewaard bleven, zie je nog precies hoe de indeling was. De baden zijn de grootste van Spanje die zijn opengesteld voor publiek. Let op: je kunt er niet écht baden.

Tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog, die plaatsvond van 1808 tot 1814 tussen de Fransen onder Napoleon aan de ene kant en de Spanjaarden, Portugezen en Britten aan de andere kant, vond ook de Slag van Jaén plaats. Ter nagedachtenis plaatste men dit monument. Het werd op 20 oktober 1912 onthuld.

Op ongeveer vijftig kilometer van Jaén liggen de monumentale steden Baeza en Úbeda. Deze moet je eigenlijk gezien hebben als je deze regio bezoekt. De steden staan haast volgepropt met bezienswaardigheden, waardoor het onmogelijk is om op te noemen wat de belangrijkste zaken zijn. Van Úbeda heeft men bewijs dat er reeds 6.000 voor Christus al mensen woonden. Wil je echt alles te weten komen over deze bijzondere steden? Dan is het zeker de moeite waard om een gids in te huren.

Cástulo was ooit een belangrijke Iberische havenstad, die een perfecte strategische ligging had. Onderzoek toont aan dat de stad onafgebroken bewoond was van 3.000 voor Christus tot de vijftiende eeuw. Men zegt dat de bekende Carthaagse generaal Hannibal rond 220 voor Christus trouwde met prinses Himilce, de dochter van de koning van Cástulo. De Iberisch-Romeinse stad ligt op zo’n vijftig kilometer van Jaén.