Nationaal Park Vadehavet, Jutland

Een goed startpunt van je ontdekkingstocht door Nationaal Park Waddenzee is het bezoekerscentrum Vadehavscentret in Vester Vedsted. Hier is een tentoonstelling over dit bijzondere natuurgebied en je leer van alles over de onderwaterwereld, hoe een stormvloed ontstaat en het fenomeen ‘de zwarte zon’. Tijdens dit bijzondere spektakel zijn er zoveel trekvogels in de lucht dat de lucht zwart ziet. Daarnaast kun je in het bezoekerscentrum op krabbetjesjacht en excursies boeken met een professionele gids, zoals een zeehonden excursie of een oestersafari. Vanaf Vester Vedsted kun je via een opgehoogde weg het waddeneiland Mandø, dat hier voor de kust ligt, bereiken.

Er zijn verschillende manieren om zeehonden te spotten in Nationaal Park de Waddenzee, onder andere door op een zeehondensafari te gaan. Bij het Waddenzeecentrum krijg je een korte inleiding over de zeehond en zijn leefomgeving. Daarna ga je met de bus naar Mandø, vanaf hier loop je naar de zandbank met zeehonden. Deze tour duurt ongeveer vijf uur. Ook kun je een tour maken met een boot, deze duurt ongeveer drie uur. Je vaart op de Waddenzee naar de zandbanken, waar de zeehonden vaak rusten en zonnebaden.

De zwarte zon is een bijzonder fenomeen waar tussen de 100.000 en 400.000 spreeuwen een voorstelling lijken op te voeren in de lucht boven de moerassen van Ribe en daarmee de lucht zwart kleuren. Het seizoen waarin de spreeuwen door de lucht dansen is in maart/april en september/oktober. De dans van de spreeuwen is afhankelijk van het aantal roofvogels en het weer. De optimale omstandigheden om de zwarte zon te kunnen waarnemen is een rustige en droge avond.

Van april tot en met juni en van augustus tot en met oktober is het Nationaal Park Waddenzee een goede plek om vogels te spotten. In deze maanden zijn er grote zwermen ganzen en trekvogels in het park. Wanneer de vogels onderweg zijn tussen de broedgebieden in het noorden en de overwinteringsgebieden in het zuiden, kiezen ze Nationaal Park Waddenzee als plek om uit te rusten voordat ze hun reis vervolgen. Er zijn verschillende plekken waar je de vogels goed kunt zien. Vraag bij het bezoekerscentrum naar de beste plekken.

Volgens de Denen gaat er niets boven het eten van een pas geopende oester. En dat ook nog eens te midden van het adembenemende landschap van de Waddenzee. Oesters verzamelen doe je in de koudere maanden, hierdoor wordt het risico op oesters met de giftig fytoplankton geminimaliseerd. Het seizoen begint half oktober en duurt tot eind april, Vanuit bezoekerscentrum Vadehavscentret worden tours georganiseerd en met de rondvaartboot Mandø-pigen kun je per boot naar de oesterbanken om zelf oesters te plukken. Bij terugkomst in de boot worden de oesters geproefd onder het genot van een glas champagne.

Het Nationaal Park Waddenzee is een fijne omgeving om te wandelen. Vooral het landschap rondom Ribe en Esbjerg is prachtig. Je kunt wandelen over de dijk bij Kammerslusen, natuurreservaat Marbæk aan de Ho-baai bezoeken of de rivier Kongeåen landinwaarts volgen.

Fanø is het meest noordelijke, bewoonde Waddeneiland van Denemarken. Het vijftien kilometer lange zandstrand, dat op sommige plekken wel 1,5 kilometer breed is, is het hoogtepunt van het eiland. Hier is alle ruimte om te wandelen, sporten, racen met blo-karts of op zeehondensafari te gaan. Fanø was in de negentiende eeuw een van de vier scheepvaartplekken van Denemarken. In de stadjes Nordby en Sønderho zie je deze rijke maritieme geschiedenis nog altijd terug. In het midden van het eiland kunnen wildspotters hun hart ophalen in natuurreservaat Fanø Klitplantage, hier zitten veel konijnen, herten en vogels.

Mandø is het kleinste van de drie bewoonde Deense Waddeneilanden. Bij eb kun je met de auto het eiland bereiken. ’s Zomers zijn er ook speciale tractoren die je naar het eiland kunnen brengen. Aan de zuidwestkant van het eiland ligt de grote zandbank: Koresand. De zandbank is zo’n dertig vierkante meter groot en is favoriet bij de zeehonden die rondom het eiland leven. Het hoogste gebouw op het eiland is een bijzondere verschijning: een Nederlandse molen. De molen werd tot aan de Tweede Wereldoorlog gebruikt. Daarna werd deze overgenomen door de Mandø Associatie die het onderhoud verzorgd.

Het eiland Rømø is het meest zuidelijke Waddeneiland en een populaire zomerbestemming voor veel toeristen. Het zandstrand aan de westkust biedt alle ruimte en mogelijkheden tot een actieve of juist ontspannen strandvakantie. Rømø is te bereiken via een tien kilometer lange weg, die ook met de fiets goed begaanbaar is. Fiets vervolgens verder over de prachtige Panoramaroute (de kapitein en de walvis-route). Deze is ongeveer 31 kilometer lang en neemt je mee over het gehele eiland. Dit is de mooiste route door de bossen, de duinen en natuurlijk langs het strand. Je komt hierdoor ook op plekken waar je niet met de auto kunt komen.